Er zitten van die dagen tussen bij mij dat ik me zomaar vanalles af vraag.
Of die leuke vrouw op de fiets voor mij, ook een blog heeft. En misschien dat ik haar blog volg. En zij de mijne. En dat u dat dan bent. En dat we vanochtend naast elkaar wachtend voor het stoplicht stonden.
Samen daar heel onwetend. En dat ik eigenlijk jaloers ben op uw leuke jas.
Of dat er iemand mijn blog volgt zonder dat ik dat weet. En dat diegene helemaal geïnspireerd zou zijn door wie ik ben en wat ik doe. Dat zou ik echt heel grappig vinden, maar kan ik me dan tegelijkertijd totaal niet voorstellen. Maar als het wel zo zou zijn, dat ik dat dan nooit te weten zal komen.
Of dat de andere moeders in de speeltuin zich ook stierlijk vervelen als zij hun kind, net als ik, duwen op de schommel. En of zij ook dringend behoefte hebben aan me-time. En soms ook radeloos van hun kind worden. Het lijkt er ogenschijnlijk niet op
Of dat die man naast me in de file gelukkig is. Waar hij naar op weg is en of hij op dit moment naar hetzelfde radiostation luistert als ik?
Of waarom de caissière bij de AH caissière is?
En waarom die voorbijganger mij zo aan keek. Heb ik een pen streep op mijn wang zitten of zo?
En of ik de enige ben die zich dit soort dingen afvraagt?
En met al die hersenspinsels kom ik tot de conclusie dat er heel veel onuitgesproken blijft.
En ik zelf ook heel hard mee doe met die stilte.
En dat ik verlang naar wind in de rug...of voor mijn part..wind in de zeilen. Ook goed.
En naar temperaturen boven de 20 graden.